Ongewenste omgangsvormen
Ongewenste omgangsvormen op de werkvloer: het blijft een lastig issue. Want wat wordt als ‘ongewenst’ beschouwd? Wat voor de één een onschuldige grap is, kan voor de ander vernederend of intimiderend zijn. Degene die het mikpunt is van het ‘grapje’ is de enige die bepaalt en ervaart of het gedrag ongewenst is. De ongewenste omgangsvormen zijn dus niet altijd direct zichtbaar.
Een vertrouwde werkomgeving
Er kan sprake zijn van een drempel voor de medewerkers om ongewenst gedrag te melden, bijvoorbeeld bij een leidinggevende of een medewerker personeelszaken. Men is bang om als ‘flauw’ of als ‘aansteller’ te worden bestempeld. Maar de grootste aarzeling om melding te maken is de angst om hun baan te verliezen of overgeplaatst te worden. Schakel De Vertrouwenskamer in en we kijken samen naar de mogelijkheden. Iedereen verdient tenslotte een vertrouwde, eerlijke werkomgeving!
Ongewenst gedrag delen met vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen
Helaas constateren we bij De Vertrouwenskamer dagelijks dat de cijfers er niet om liegen: pesten, discriminatie, seksuele intimidatie, agressie en geweld komt in veel organisaties voor. Zo ervaart 1 op de 6 werknemers een vorm van ongewenst gedrag. Voor de slachtoffers brengt een dergelijke situatie veel ellende met zich mee. Vaak is er een drempel om dit te delen, ook met de vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen.
De persoonlijke waardigheid en mentale integriteit van werknemers die ongewenst gedrag ervaren, raken beschadigd. Ze kunnen (werk)stress, slaapproblemen en zelfs angststoornissen ontwikkelen met als gevolg dat de productiviteit achteruit gaat, ze zich ziekmelden en uiteindelijk zelfs arbeidsongeschikt kunnen raken. Bovendien krijgen de werkgevers vaak te maken met hoge kosten, want gemiddeld neemt een slachtoffer van ongewenst gedrag 7 extra verzuimdagen op.
Wat zegt de wet hierover?
Het is voor beide partijen belangrijk om te weten wat de wetten en regels zijn op dit gebied. Richt u als u vragen heeft daarom tot uw vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen. In principe geldt bij discriminatie of seksuele intimidatie artikel 1 van de Nederlandse grondwet inzake gelijke behandeling. Deze wetgeving stelt dat deze vormen van gedrag verboden zijn. Daarnaast bepaalt de Arbowet dat een werkgever zich optimaal dient in te spannen om te zorgen voor een veilige werkomgeving. Pas wanneer een werkgever kan aantonen dat hij zich voldoende heeft ingespannen om een veilige werkomgeving te creëren en daarvoor voldoende maatregelen heeft getroffen, kan hij zijn verantwoordelijkheid bij een zaak eventueel ontlopen.
De rol van de werkgever
Een werkgever is verplicht beleid te voeren gericht op het voorkomen of beperken van psychosociale arbeidsbelasting (PSA): factoren als seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en werkdruk in de arbeidssituatie die verzuim kunnen veroorzaken. Dat maakt het voor iedereen duidelijk wat binnen de organisatie wel of niet gezien wordt als gewenst gedrag. Het aanstellen van een interne of externe vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen en het aanstellen van een klachtencommissie kunnen onderdelen zijn van een passend beleid op het gebied van psychosociale arbeidsbelasting.